-
1 but yet
-
2 but
adv. alleen als; met moeite--------conj. maar; doch--------n. voorwaarde; weerstand; beperking--------prep. behalve--------v. "maar"but1[ but] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 maar ⇒ tegenwerping, bedenking♦voorbeelden:but me no buts • geen gemaar, niks te maren〈 informeel〉 no buts about it • zeker weten, reken maar————————but21 die/dat niet♦voorbeelden:————————but31 slechts ⇒ enkel, alleen, maar, pas2 (en) toch ⇒ echter, anderzijds♦voorbeelden:I could but feel sorry for her • ik kon enkel medelijden hebben met haarI know but one • ik ken er maar één————————but41 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd, anders dan♦voorbeelden:all but John • allen behalve Johnwho but John? • wie anders dan John?he wanted nothing but peace • hij wilde slechts rustthe last but one • op één na de laatstethe next summer but one • de zomer na de volgende————————but5♦voorbeelden:what could I do but surrender? • wat kon ik doen behalve me overgeven?¶ 〈 informeel〉 no sooner had she spoken but it appeared again • ze was nog niet uitgesproken of het verscheen opnieuwII 〈 nevenschikkend voegwoord〉♦voorbeelden:young but clever • jong maar sluwbut then (again) • (maar) anderzijds/jabut yet • niettemin2 he ran but ran! • hij liep, en hoe!he ran but fast! • hij liep, en snel ook!but no! • nee maar!, nee toch!but yes! • maar ja toch! -
3 do
n. feest; doen (grammatika, gebiedende wijs), bedrog--------v. doen; voldoende zijn; klaarkomen; spelen; voor de gek houdendo1[ doe:] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook do's〉♦voorbeelden:→ fair fair/————————do21 doen ⇒ handelen, zich gedragen4 klaar zijn ⇒ opgehouden zijn/hebben5 geschikt/bruikbaar zijn ⇒ voldoen, volstaan♦voorbeelden:1 don't! • niet doen!, schei uit!he did well to refuse that offer • hij deed er goed aan dat aanbod te weigerenshe was hard done by • zij was oneerlijk behandelddo well/badly by someone • iemand goed/slecht behandelendo as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet〈 spreekwoord〉 do as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander nietdo as you please • doe wat je wilt2 how do you do • aangenaam, hoe maakt u hetbusiness is doing well • de zaken gaan goedhe is doing well • het gaat goed met hemdo well out of selling souvenirs • aardig profiteren van het verkopen van souvenirs〈 informeel〉 he made a pass at her, but nothing doing • hij probeerde haar te versieren, maar geen kanswhat's doing in London? • wat is er in Londen te doen?4 have done! • schei uit!Jack had done with eating • Jack was klaar met etenhave done with it • er de brui aan gegeven hebbenthe dress must be made to do for a while yet • deze jurk moet nog een poosje meegaanit doesn't do to worry like that • het haalt niets uit je zo'n zorgen te makenit doesn't do to say such things • zoiets hoor je niet te zeggennothing doing • het haalt niets uitthat will do! • en nou is 't uit!it will do tomorrow, tomorrow will do • morgen kan ook nog/is het ook goedJoan will do as my helper • Joan kan ik als mijn helper gebruikenthat coat will do as/for a blanket • die jas kan (wel) als deken dienenthat will do for me • dat is wel genoeg voor mijdo well/badly for something • goed/slecht voorzien zijn van ietshe can (make) do with very little food • hij heeft maar weinig eten nodigthey'll have to do with what they've got • ze zullen het moeten doen met wat ze hebbenI can't do without music • ik kan niet zonder muziek〈 informeel〉 do away with • wegdoen/gooien, een eind maken aan; afschaffen 〈 doodstraf, instituut e.d.〉〈 informeel〉 do away with someone • iemand uit de weg ruimen, iemand afmakenhow does this jacket do up? • hoe gaat dit jasje dicht?〈Brits-Engels; informeel〉 do for someone • het huishouden doen voor iemand, werkster zijn bij iemand〈 informeel〉 I'm done for • ik ben er geweest, het is met mij gedaan〈 informeel〉 what will we do for water? • hoe komen we aan water?I could do with a few quid • ik zou best een paar pond kunnen gebruikenit's got nothing to do with you • jij staat erbuitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bezig zijn met 〈iets concreets/bestaands〉 ⇒ doen; opknappen, in orde brengen, herstellen; oplossen 〈puzzels e.d.〉; studeren 〈enz.〉3 maken ⇒ doen ontstaan/worden4 (aan)doen ⇒ geven, veroorzaken11 handelen in ⇒ verkopen, hebben♦voorbeelden:do one's best • zijn best doendo business with • zaken doen metdo a concert • een concert gevendo a dance • een dans uitvoerendo exams • examens afleggen/doendo hard work • hard werkendo some skiing • een beetje skiënhe did all the talking at the meeting • hij voerde steeds het woord op de vergaderingif you want to go, do it now • als je wilt gaan, doe het dan nuit isn't done • zoiets doet men nietit does something for/to me • het doet me wat, het geeft me een kickthat embroidered M does something for/to your dress • die geborduurde M geeft je jurk net dat beetje extrawhat can I do for you? • wat kan ik voor je doen?; 〈 in winkel〉wat mag het zijn?well done! • goed zo!, knap gedaan!2 I still have to do the bedroom/dishes • ik moet de slaapkamer/vaat nog doendo a degree • studeren voor een (universitaire) graaddo one's duty • zijn plicht doendo one's face • zijn gezicht/zich opmakendo psychology • psychologie studerenthey did the dining room in blue and white • zij hebben de eetkamer in blauw en wit ingerichtdo his service • in dienst zijnhave one's teeth done • zijn tanden laten nakijken/behandelendo the windows • de ramen lappendo out • grondig onder handen nemen/schoonmaken/opruimendo a room over • de kamer weer eens opknappendo up the kitchen • de keuken opknappendo up (in) a parcel • een pakje maken (van)do a house up • een huis renoveren/restaurerenshe did her hair up • ze stak haar haar opdo oneself up • zich opmaken, zich opdoffendo an omelette • een omelet bakkendo a story • een verhaal schrijvendo a translation • een vertaling makendo wonders • wonderen verrichtendo someone a favour • iemand een dienst bewijzenit does me good • het doet me goed〈 ironisch〉 much good may it do you! • veel geluk ermee!it does one no harm • het kan geen kwaadthe girls were really done • de meisjes waren bekafdone in • bekaf, afgepeigerdget done with something • iets afmakenthe potatoes aren't done yet • de aardappelen zijn nog niet gaarhow do you want your steak done? • hoe wil jij je biefstuk?he did the villain • hij speelde de schurkenrol8 do 50 mph. • 80 km/uur rijden9 do Europe in five days • Europa bezoeken/doen in vijf dagendo someone for \\td100 • iemand voor honderd dollar afzettendo a child out of its prize • een kind zijn prijs afhandig makenwe do only B\\teB • we hebben enkel kamer met ontbijtdo a place over • een woning plunderen¶ that's done it! • gelukt!; nou is 't uit/naar de knoppenthat does it! • dat doet de deur dicht!I've done it again • ik heb het weer verknoeid/verknaldthat does me • daar kan ik (met m'n pet) niet bija boiled egg will do me • ik heb genoeg aan een gekookt eiwhat are you doing with yourself? • wat voer je tegenwoordig uit?they did not know what to do with themselves • ze verveelden zichif you don't stop now, I'll do you! • als je nu niet ophoudt, doe ik je wat!/dan zal ik je!do someone/something down • iemand/iets kleinerendo someone down • iemand beduvelen/belazerenover and done with • voltooid verleden tijddo up a zip/a coat • een rits/jas dichtdoenwould you do me up please • wil jij mijn rits even voor me dicht doenIII 〈 hulpwerkwoord〉1 〈om inversie en ontkenning mogelijk te maken; onvertaald〉3 〈om nadruk mogelijk te maken; voornamelijk te vertalen door een bijwoord〉♦voorbeelden:1 do you know him? • ken je hem?I don't know him • ik ken hem niet2 he laughed and so did she • hij lachte, en zij (lachte/deed dat) ookI treat my friends as he does his enemies: badly • ik behandel mijn vrienden zoals hij zijn vijanden: slechthe worked harder than he'd ever done before • hij werkte harder dan (hij vroeger) ooit (gedaan had)‘I take it it's true’ ‘So do I/But I don't’ • ‘Ik neem aan dat het waar is’ ‘Ik ook/Ik niet’he writes well, doesn't he? • hij schrijft goed, niet (waar)?/vind je niet?‘Did you see it?’ ‘I did/I didn't’ • ‘Heb jij het gezien?’ ‘Ja/Neen’‘He sold his car’ ‘Did he?’ • ‘Hij heeft zijn auto verkocht’ ‘Echt (waar)?’〈 informeel〉 they behave strangely, do women • ze doen rare dingen, de vrouwenI do love you • ik hou echt van jedo come in! • kom toch binnen! -
4 so
n. het symfonisch orkestso1[ soo] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 zo ⇒ waar♦voorbeelden:1 is that really so? • is dat echt waar?if so • als dat zo is‘She's the tallest’ ‘Yes, so she is’ • ‘Ze is de grootste’ ‘Dat is ze inderdaad’————————so2♦voorbeelden:‘You blundered’ ‘So I did/But so did you’ • ‘Je hebt geblunderd’ ‘Ja, inderdaad/maar jij ook’‘I'm tired’ ‘So you should be’ • ‘Ik ben moe’ ‘Dat zou je ook moeten zijn’‘Is Jill coming’ ‘I think so’ • ‘Komt Jill’ ‘Ik denk het/van wel’in June or so • in of omstreeks de maand juni————————so3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:the distance is so great that you cannot walk it in a day • het is zo ver dat je er niet in één dag naar toe kan lopen(would you) be so kind as to leave immediately • zou u zo goed willen zijn onmiddellijk te vertrekkenso it is said • zo wordt er gezegdhe presented it so • hij stelde het aldus voorbut even so • maar toch(in) so far as I know • voor zover ik weetso far it hasn't happened • tot nu toe/tot nog toe is het niet gebeurdand so forth/on • enzovoort(s)so long as you don't tell anybody • als je 't maar aan niemand verteltso much the worse • des te ergerif so • als dat zo is〈 informeel〉 so sorry • sorry, pardonshe's not so stupid • ze is niet zo domI love you so • ik hou zo veel van jeso many came • er kwamen er zo veelI can only do so much • ik kan niets bovenmenselijks doen3 she only spoke French; so we could not understand her • ze sprak alleen Frans, en dus konden wij haar niet verstaanso what? • en dan?, wat dan nog?so here we are! • hier zijn we dan!so that's who did it • aha, dus die heeft het gedaanso there you are • daar zit je dus¶ so far from letting him go she followed him home • ze liet hem niet gaan maar volgde hem integendeel naar huis〈 informeel〉 so long! • tot ziens!every so often • nu en danso there • nu weet je het————————so41 zodat ⇒ opdat, om♦voorbeelden:1 warn her, so (that) she may avoid all danger • waarschuw haar zodat/opdat ze geen gevaar zou lopenbe careful so you don't get hurt • pas op dat je je geen pijn doetII 〈 nevenschikkend voegwoord〉♦voorbeelden:1 he's late, so (that) we can't start yet • hij is te laat, zodat we nog niet kunnen beginnen————————so51 ziezo -
5 down
n. Down (johan lengdon hayden, engelse dokter,down syndroom een ziekte genoemd naar zijn naam)down1[ daun]♦voorbeelden:¶ have a down on someone • de pest/een hekel hebben aan iemand1 dons ⇒ haartjes, veertjesIII 〈meervoud; Down〉♦voorbeelden:1 the North/South Downs • de noordelijke/zuidelijke heuvelrug in Zuid-Engeland————————down21 neergaand ⇒ naar onder/beneden leidend2 beneden♦voorbeelden:2 it's 7.030, but no one is down yet • het is 7.30, maar er is nog niemand beneden¶ cash down • contante betaling, handje contantjedown payment • contante betaling————————down3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 down an aeroplane • een vliegtuig neerschieten/halen————————down4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:bend down • bukken, vooroverbuigencome down (in life) • aan lager wal (ge)rakenthe sun goes down • de zon gaat ondergo down (south) • naar het zuiden trekkengo down in price • goedkoper wordengo down three to one • met drie-een verliezenkeep down • onder de duim houden, onderdrukkenkeep down one's food • zijn eten binnenhoudenput down in writing • opschrijventhe wind went/died down • de wind ging liggenup and down • op en neerdown on your knees! • op de knieën!down with the president! • weg met de president!down! • liggen!, koest!, af! 〈 tegen hond〉go down to the country • het platteland bezoekentrack someone down • iemand opsporen〈 Amerikaans-Engels〉 down south • in/naar de zuidelijke staten¶ eight down and two to go • acht gespeeld, nog twee te spelendeep down inside, down under • in zijn binnenstedown under • bij de tegenvoeters, in Australië en Nieuw-Zeeland————————down5〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:roll down (the) hill • (van) de berg (af)rollendown (the) river • de rivier af, verder stroomafwaartsdown South • zuidwaarts, in het zuidenhe went down the street • hij liep de straat doordown town • de stad in, in het centrum -
6 may
n. mei (vijfde maand v.d. algemene jaartelling)♦voorbeelden:1 may I ask why you think so? • mag ik vragen waarom je dat denkt?you may not leave yet • je mag nog niet vertrekkenyou may not do it • je mag het niet doenbe that as it may • hoe het ook zijshe may be right • misschien heeft ze wel gelijkcome what may • wat er ook gebeuremay I help you? • kan ik u helpen?3 long may he reign! • moge hij lang heersen!4 I hope he may recover, but I fear he may not • ik hoop dat hij beter wordt, maar ik vrees van niet
См. также в других словарях:
yet — /jɛt / (say yet) adverb 1. at the present time: don t go yet. 2. up to a particular time, or thus far: he had not yet come. 3. in the time still remaining, or before all is done: there is yet time. 4. now or then as previously; still: he is here… …
YET — (Youth Europe and Theatre) is a multi country theatre exchange project for students between the age of 15 to 18 that started in Noordwijkerhout in the Netherlands. It has had many partners in Greece, Italy and Finland. The project takes place… … Wikipedia
yet — [ jet ] function word *** Yet can be used in the following ways: as an adverb: I haven t seen him yet. Have you had your lunch yet? His latest crime was the worst yet. I have yet to spend summer in the mountains. as a conjunction (connecting two… … Usage of the words and phrases in modern English
yet and still — 1. These two adverbs used to be more interchangeable than they are now. A sentence such as Mrs. Throckmorton was shot in her apartment last night, and the bullet is in her yet, in which yet denotes continuity of action up to the time in question … Modern English usage
But I'm a Cheerleader — Saltar a navegación, búsqueda But I m a Cheerleader Título But I m a Cheerleader Ficha técnica … Wikipedia Español
But — (b[u^]t), prep., adv. & conj. [OE. bute, buten, AS. b[=u]tan, without, on the outside, except, besides; pref. be + [=u]tan outward, without, fr. [=u]t out. Primarily, b[=u]tan, as well as [=u]t, is an adverb. [root]198. See {By}, {Out}; cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
But and if — But But (b[u^]t), prep., adv. & conj. [OE. bute, buten, AS. b[=u]tan, without, on the outside, except, besides; pref. be + [=u]tan outward, without, fr. [=u]t out. Primarily, b[=u]tan, as well as [=u]t, is an adverb. [root]198. See {By}, {Out};… … The Collaborative International Dictionary of English
But if — But But (b[u^]t), prep., adv. & conj. [OE. bute, buten, AS. b[=u]tan, without, on the outside, except, besides; pref. be + [=u]tan outward, without, fr. [=u]t out. Primarily, b[=u]tan, as well as [=u]t, is an adverb. [root]198. See {By}, {Out};… … The Collaborative International Dictionary of English
but — but1 [but; ] unstressed [ bət] prep. [ME < OE butan, buton, without, outside; WGmc comp. < * be , *bi ,BY + * utana, from without: see OUT] 1. with the exception of; excepting; save [nobody came but me ]: earlier, and still sometimes,… … English World dictionary
yet — [yet] adv. [ME yit < OE giet, gieta, akin to OFris ieta] 1. up to now or the time specified; thus far [he hasn t gone yet] 2. at the present time; now [we can t leave just yet] 3. still; even now; in the time still remaining [there is yet a… … English World dictionary
Yet — is a common English word that when used as a conjunction, is equivalent to but or nevertheless .However, used as an adverb, yet defines an action s persistence in time. Perhaps uniquely in English, the word can define an action in the past,… … Wikipedia